ylliX - Online Advertising Network
Een onvergetelijke tocht door de Jungle

Een onvergetelijke tocht door de Jungle


Over mijn jongere broer heb ik hier al veelvuldig gesproken, soms zelfs wat geroddeld, maar steeds met een positieve insteek. Al zou hij dat misschien zelf niet altijd zo zien. Zijn inmiddels helaas afgekapte relatie met Thailand, althans met een tweetal vrouwelijke inwoners ervan, terwijl hij nog nooit een voet in een vliegtuig heeft gezet, was vaak het leidmotief. Vliegangst is dan ook een zwakke afschildering van de grote paniek, angst en woede waarin hij ontsteekt als hem wordt gewezen op de eindeloze mogelijkheden die luchttransport kan brengen in het leven van een onvrijwillige vrijgezel.

Ondanks dit alles heeft hij nog nooit zijn licht opgestoken in Thailandblog. Hij is dan ook geen grote lezer, meer een doener. En dat geeft mij de kans om ongestraft en waarschijnlijk ook ongewenst zijn verhalen hier te plaatsen. Wat een auteur niet allemaal moet doen om zijn lezersvolk vredig te stemmen.

Deze keer gaat het echter niet over hem, maar indirect over onze jongste broer, waarover verder niet veel te vertellen valt. Buschauffeur in Nederland, bijbaantje in de gemeentepolitiek en geen enkele connectie of affiniteit met ons favoriete vakantieland, behalve via zijn twee broers die dat uiteraard wel hebben (gehad). Zijn jongste dochter is daarentegen een tamelijk ondernemingslustig dametje. Met haar avonturen zou ik wel een avondvullende editie van ons blog kunnen vol kladden. Maar ik ben mij er ook terdege van bewust dat veel lezers hier, vaak door gevorderde leeftijd geplaagd niet meer kunnen opbrengen om lange verhalen in één ruk uit te lezen. In meer etappes lezen is ook tricky, want als ze de dag erna aan deel twee willen beginnen zijn ze deel één alweer vergeten. Ik heb er persoonlijk lering uit getrokken en mijn schrijfstijl geheel getransformeerd naar korte en pakkende vertellingen, zonder overbodige details en ellenlange inleidingen. Gewoon bondig en behoorlijk ’to the point ‘. Zorgvuldig afgestemd op de doelgroep. Veel plezier bij het lezen van dit literaire niemendalletje.

Een onvergetelijke tocht door de Jungle

Het was een zonnige wat heiige ochtend in Noord-Thailand, ergens in de buurt van de grens met Myanmar. Daar in het uiterste noorden waar heiig nog staat voor mysterieuze natuur en niet voor ademnood die je in de metropolen verstikkend omhelst. Lynda, mijn nichtje van alweer 27 jaar oud stond met haar rugzak stevig vastgesnoerd aan haar schouders klaar om te beginnen aan een stevige junglehike. Een keer per jaar vertrekt zij in haar uppie naar een exotisch oord om de last van een zeer werkzame periode in de verpleging daar achter te laten en zichzelf op te gaan laden voor de vele nieuwe uitdagingen van het komende jaar. Wellicht herinnert de lezer zich nog dat zij destijds bijna het onderspit had moeten delven tegen een virus dat zij had opgelopen bij de redding van andere geïnfecteerden. Zware jaren.

Ze had het internet geconsulteerd op zoek naar een plek die haar de mogelijkheid bood tot eindeloze wandelingen in een ongerepte natuur en (mogelijk in Thailandblog) gelezen dat de route die ze ging lopen in Noord-Thailand haar langs afgelegen watervallen, bamboebossen en vele schilderachtige uitzichten zou voeren. Altijd een fijne bijkomstigheid op een therapeutisch bedoelde natuurwandeling. De eigenaar van het guesthouse waar ze een paar nachten had geboekt had haar bij vertrek echter wel gewaarschuwd: “Ga niet van het pad af, jongedame. De jungle kan namelijk onverbiddelijk zijn”. Ze wist uiteraard dat de Thaise natuur een scala aan gevaarlijke inwoners herbergde, zoals wilde olifanten, sluipende tijgers, loslopende honden en dodelijk giftige slangen.
Maar Lynda met haar Zuid-Limburgse zelfverzekerdheid, wuifde de goedbedoelde waarschuwing weg. Tijdens haar jaarlijkse avonturen elders had ze al voor hetere vuren gestaan dan een hobbelig junglepad met wat beesten die banger voor haar waren dan omgekeerd.
“Ik heb ooit zonder gids door het Andesgebergte gedoold en ben naar Machu Picchu geklauterd op mijn sandalen, voor een paar pesos gekocht van de inboorlingen op de lange steile route omhoog. Hoe moeilijk kan dit nou zijn?” had ze dan ook half lachend geantwoord.

De eerste uren van de wandeling verliepen dan ook zoals verwacht: een mooi, goed gemarkeerd zij het onverhard pad, gekwetter van vogels en harige apen alsmede een inmiddels heldere lucht maar wel zo vochtig dat haar zonnebril steeds besloeg. Warm, maar niet zo heet als in het zuiden of het noordoosten. Rond het middaguur, met haar waterfles bijna leeg, kwam ze uiteindelijk bij een splitsing in de weg. Er was wel een bordje, maar de woorden waren meer dan half vervaagd. Bovendien in het Thais en daardoor sowieso niet te ontcijferen door de doorsnee westerse wandelaar. Uiteraard twijfelde ze.

“Links of rechts?” mompelde ze in zichzelf, nu iets minder zelfverzekerd dan zojuist. Rechts leek verder omhoog te gaan en links leidde ogenschijnlijk naar een schaduwrijk dal. Dat laatste leek de aantrekkelijkste optie, dus koos ze voor links.

Het verwachte dal werd echter al snel een tamelijk dicht oerwoud. De vogels hielden plotseling op met hun gezang en ook de apen deden er verder het zwijgen toe alsof ze haar in stilte waarschuwden voor mogelijke gevaren, wat die ook konden zijn. De vegetatie werd dichter en dichter. Na nog een uur lopen besefte ze dat er al kilometers ver geen enkel markeringsteken meer was geweest. Een lichte vorm van paniek borrelde nu toch wel in haar op.

Lynda stopte om uiteindelijk maar haar telefoon erbij te pakken met het steeds hulpvaardige google maps. Ze ging altijd prat op haar eigen spoorzoekers vaardigheden, maar nu even niet dus. Geen service. “Natuurlijk,” vloekte ze binnensmonds tegen zichzelf, omdat ze wist dat het niet echt helpt om een dichte jungle hardop uit te schelden.

Ze draaide zich ten einde raad maar om en begon terug te lopen, maar de paadjes voor zover die er nog lagen zagen er plotseling allemaal hetzelfde uit. Het was alsof de jungle haar in de maling nam met zijn groene tentakels. Een paar keer dacht ze het juiste spoor te hebben gevonden, maar dan eindigde ze tenslotte toch weer bij een dichte muur van groen.

De schemering viel snel, zoals dat in de tropen nu eenmaal altijd gebeurt. Haar hart klopte inmiddels als een dolle in haar borst. Ze hoorde onbekende geluiden: geritsel, geklik en iets wat klonk als een verre brul. Een tijger op jacht? De avond bracht wat noord Thaise kou met zich mee en Lynda, gekleed in een licht shirt en korte broek, begon nu wel wat te rillen. Dit was toch wel wat anders dan het Pieterpad lopen.

Net toen ze op het punt stond in meisjestranen uit te barsten, hoorde ze een ander geluid: dat van trage, ritmische voetstappen. Ze draaide zich om en bleef stokstijf staan. Vanuit de nachtelijke schaduwen doemde plots een menselijke gestalte op. Het was inderdaad een wat oudere, maar behoorlijk vitale man, gekleed in een oranje gewaad dat aan monniken deed denken. Maar die typische outfit inclusief lederen sandalen was niet wat Lynda deed verstijven van de schrik.

Naast hem liep namelijk doodleuk een enorme tijger, zijn ogen glinsterend in het laatste restje maanlicht. Het dier leek kalm, alsof het een trouwe hond was, maar zijn spieren bewogen soepel onder zijn gestreepte vacht en een rustig gegrom ontsnapte aan zijn keel bij iedere beweging.

De oude man glimlachte mysterieus naar haar. “Verdwaald, meisje?” vroeg hij in het typische, maar zover foutloze gebroken Engels.

Lynda wist niet wat ze moest zeggen. Alles in haar wilde wegrennen, maar haar benen weigerden voor het eerst dienst.

“Geen zorgen,” zei hij alsof hij haar gedachten doorzien kon. Met zijn sonore stem die echter rustig was als een kabbelende beek, sprak hij de woorden: “Kom met mij.”

De tijger keek haar ook onderzoekend aan, zijn machtige kop schuin, alsof hij haar inschatte. Haar instinct schreeuwde dat ze weg moest rennen, maar waarheen? Ze had geen keuze. Aarzelend knikte ze en volgde ze maar gedwee de man en zijn tijger.

Het mysterieuze stel leidde haar door de jungle alsof zij de overwoekerde paadjes met gesloten ogen kenden. Na een tijdje kwamen ze aan bij een kleine eenzame hut, die geheel ecologisch verantwoord vervaardigd leek van uitsluitend bamboe en bananenbladeren. Het ambachtelijke bouwsel stond op een kleine open plek, omringd door bomen die als strenge maar vreedzame wachters omhoog torenden.

De tijger ging spontaan liggen bij de ingang, alsof hij de wacht ging houden vanaf dat moment. Lynda durfde niet eens adem te halen, terwijl ze langs het reusachtige dier liep. In het echt zijn ze zoveel groter dan op de tv.

Binnen was het verblijfje eenvoudig, maar verrassend knus. Geen Jan des Bouvrie gekunstel, maar gewoon gezellig organisch met alleen maar door de natuur geleverde materialen. Er was een klein vuur in een pot van antiek keramiek, een stapel handgevlochten dekens en op een eenvoudig bankje van ruw bankirai stond een houten kom met dampende rijst, wat voedzame peulen en er lag ook een stel tropische en bijzonder smaakvolle vruchten, die de jonge vrouw nog nooit eerder bij de toch goed gesorteerde supermarkten thuis gezien had. De man gebaarde vriendelijk dat ze moest gaan zitten.

“Je bent veilig hier,” zei hij. “Mijn naam is Preecha. Dat daar is Khan,” voegde hij eraan toe, knikkend naar de tijger.

“Khan?” stamelde Lynda, “Is hij… tam?”

Preecha lachte zachtjes. “Hij is mijn vriend, geen huisdier. Er zijn in dit land wetten die dat verbieden. Nee, hij beschermt me en ik zorg voor hem.”

Hoewel ze nog steeds op haar hoede was, begon Lynda iets van opluchting te voelen. Ze at wat van de voedzame rijstmaaltijd die hij haar aanbood en luisterde naar zijn belangwekkende verhalen over de jungle en zijn vele bewoners. Preecha was kennelijk een voormalige monnik die zich na een persoonlijke tragedie had teruggetrokken in zijn hutje in de wildernis. Hij had Khan gevonden toen deze als jong dier gewond was geraakt door een stropersval. Sindsdien waren ze onafscheidelijk.

“Maar hoe weet ik dat ik je kan vertrouwen?” vroeg de jonge vrouw op een gegeven moment, haar stem licht trillend.

Preecha keek haar daarop vrij lang en doordringend aan. “Dat weet je niet,” zei hij eenvoudig. “Maar ik kan je wel morgen helpen de jungle uit te komen. Of je blijft hier wachten tot iemand je vindt. Het is jouw keuze.”

Die nacht sliep Lynda natuurlijk niet bepaald rustig. Ze droomde van ogen die haar in het donker volgden en voelde constant de aanwezigheid van Khan, die buiten de hut lag te snurken. Ze werd midden in de nacht wakker van het geluid van krakende takken.

“Preecha?” fluisterde ze.

“Rustig maar,” antwoordde die met zijn kalme diepe stem. Hij klonk als een Aziatische Morgan Freeman light. Waakzaam stond hij al bij de deur en keek met priemende ogen naar buiten, de duisternis in. “Het is niets, in elk geval niks gevaarlijks.”

Toch voelde Lynda een sensatie van angst. Wie was deze man echt? Wat als hij niet zo onschuldig was als hij leek? En wat als de tijger zich opeens tegen haar keerde? Of tegen hun allebei, je wist het maar nooit met wilde katten. YouTube stond vol met de vreselijk verminkte koppen van andere jonge vrouwen die de pitbull van de buurman hadden geaaid, wat deze niet kon waarderen en zijn scherpe tanden daarop, maar in het zachte mensenvlees van zijn daarna voor het leven mismaakte slachtoffers verzonken had. Of chimpansees in kleine kooitjes thuis die iemand bij de arm grepen en dan door de tralies heen enorm tekeer gingen met het aangezicht van hun cipiers. Vreselijk traumatisch, zelfs voor de kijkers. Dus laat staan een levensgrote tijger voor de deur. Akelig.

Maar de volgende ochtend, toen de zon de jungle voorzichtig begon te verlichten, leek alles opeens een heel stuk minder dreigend. Preecha had een eenvoudig maar voedzaam ontbijt bereid van de overgebleven rijst en wat kruidig gedroogd vlees. Ondanks een wat geringe eetlust nam ze er toch beleefd een paar hapjes van en daarna bleek dat het volgens hem tijd was om er weer eens vandoor te gaan.

“We moeten vertrekken voordat de zon te heet wordt,” zei hij dan ook en samen gingen ze goedgemutst op pad. Khan liep gedwee naast hen, zijn ogen alert, zijn oren gespitst. Zijn tred lichtvoetig maar bijzonder krachtvol.

De terugtocht door de jungle was best aan de lange kant, maar Preecha leek feilloos de juiste weg te kennen. Onderweg wees hij Lynda op geneeskrachtige planten, wat voor haar als verpleegster natuurlijk bijzonder leerzaam en interessant was. Hij liet haar sporen van allerhande dieren zien en zelfs een verborgen waterval, eentje van de vele waar Thailandblog zo over had opgeschept. Lynda voelde zich alsof een Thaise Daniel Boone haar wegwijs maakte in een onontgonnen groene wereld. Ze ervoer hoe haar aanvankelijke angst langzaam plaatsmaakte voor bewondering en ontzag.

Na enkele uren lopen opende de jungle zich tenslotte voor het bijzondere gezelschap en hoorde ze in de verte eindelijk weer het vertrouwde geluid van knetterende motorfietsen, blaffende straathonden en luidruchtige riksjas, voortgestuwd door de pezige, maar krachtige dijen van oudgediende tweebenige ploeteraars. Preecha bracht haar tot aan de rand van een stoffige rode modderweg.

“Vanaf hier ben je veilig,” zei hij. “Volg de weg nog een eindje en je vindt het dorp met je guesthouse”.

Lynda draaide zich verbaasd naar hem toe. “Kom je niet mee?” vroeg ze.

Hij schudde zijn hoofd. “Mijn plek is in de jungle. Maar wees altijd voorzichtig,” zei hij met een mysterieuze glimlach. “Niet alles is zoals het lijkt.”

Ze keek licht geëmotioneerd toe hoe hij en de dappere Khan in de dichte jungle verdwenen, alsof ze er altijd al deel van hadden uitgemaakt. En misschien hadden ze dat ook wel gewoon.

Toen ze het dorp uiteindelijk in haar eentje bereikt had en haar bewogen verhaal aan de guesthouse vent vertelde, keek die haar nogal verbaasd aan. “Een man met een tijger?” vroeg hij.

“Ja, een monnik,” zei Lynda.

De man schudde grinnikend zijn hoofd. “Er gaan wel fantasievolle legendes rond over een voormalige monnik en zijn tijger, maar dat is een oud verhaal. Dat is allang ontkracht, er was geen enkele steekhoudende referentie voor te vinden. Dus daar gelooft hier geen mens meer in. Letterlijk nog nooit heeft iemand dat bijzondere stel in het echt gezien. Het is een sprookje beste meid. Je zult wel gedroomd hebben, jullie westerlingen geloven ook alles”, knipoogde hij haar toe.

Mijn nichtje kreeg er ondanks de hitte toch een behoorlijke rilling van over haar rug. Had ze het zich dan allemaal verbeeld? Een soort van jungle fever, een fata morgana, een hallucinatie? Maar toen ze later die avond in bed onder de fanatiek draaiende ventilator lag na te mijmeren herinnerde ze zich toch duidelijk die blik in Khan’s ogen en wist ze diep van binnen: wat er ook gebeurt is, dat was toch gewoon echt? Zoiets verzin je toch niet? Het zou in elk geval een mooi verhaal opleveren voor bij de kerstborrel binnenkort.

En haar onbedoeld wat langer uitgevallen wandeling in de jungle? Die zou ze uiteraard ook nooit meer vergeten, evenmin als Preecha en Kahn, haar mysterieuze gidsen terug naar de civilisatie.

Over deze blogger

khun Rick

khun Rick
Khun Rick dateert van 1959 (momenteel 65 jaar), opgegroeid en nog steeds woonachtig in Zuid-Limburg. Na 40 jaar ambtenarij nu al bijna 5 jaar met vervroegd pensioen. Komt sinds 2001 regelmatig als toerist in Thailand, maar leerde zijn vrouw in Nederland kennen en is met haar vaak te vinden bij schoonmoeder in Udon Thani. Samen reizen is zijn passie, eten (helaas) ook en sporten een noodzaak. En natuurlijk schrijven: vroeger serieus en nu luchtiger.


Aantal keren gelezen: 482



Source link

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *